top of page
Foto van schrijver@tijnsadee

Weerzien met Albin: toen activist, nu Kosovo's premier

Vandaag is Albin Kurti premier van Kosovo. In 2007 was Kurti student-activist in huisarrest en zocht ik hem op voor een column in NRC Handelsblad.


Zondag 31 juli, 14 uur, spreken we hem in zijn kantoor.




'Hitler, twee bier graag!'

Tijn Sadée 14 augustus 2007 Iedereen die met regelmaat naar Kosovo reist zal het moment herkennen waarop de waanzin gewoon wordt. ’s Ochtends was je je nog met het water uit colaflessen, die de attente huisbaas voor je heeft gevuld op de dag dat er wél stromend water was. Een uur later schuif je aan voor een lunch in een viersterrenbistro met een exclusieve wijnkaart. Honderden zwerfkinderen lopen rond in hoofdstad Priština, terwijl de politici in limousines met zwaailichten voorbij scheuren. Er bungelen op twee uur vliegen van Schiphol naar verhouding net zoveel mensen aan de rand van de armoedegrens als in een gemiddeld Afrikaans land. Maar op de grote wegen staat om de vijf kilometer een protserig motel-casino-complex met glanzende fourwheeldrives op de parkeerplaats.

'Internationals' in Kosovo

Op zondag ga ik met vriendin Vlera en haar nichtje Viola naar het stadspark buiten Priština, op de vlucht voor de smog. Viola, net acht geworden, weet precies de weg door het bos. „Daar mag je niet gaan”, commandeert ze streng. „Daar liggen nog mijnen.” Vlera is trots op haar nicht. „Die komt er wel.” Italiaanse soldaten van de vredesmacht KFOR die een Servisch-orthodox klooster bewaken kijken vroeg in de ochtend al stoned uit hun ogen. Slowaakse KFOR-mannen zijn in opspraak geraakt wegens betrokkenheid bij sigarettensmokkel. Duizenden ‘internationals’ werken in Kosovo. VN’ers, OVSE’ers, werknemers van tientallen hulporganisaties. „Ze komen hier om in een paar jaar hun fortuin te maken”, zegt Admir, een jongen die in 1999, tijdens de Kosovo-oorlog, in het rebellenleger UÇK vocht. „Niemand heeft een greintje respect voor hen. Maar dat zeg je niet hardop. Want wie een baantje wil is afhankelijk van diezelfde VN en OVSE.”


Albin Kurti krijgt huisarrest Vanuit zijn keukenraam heeft Albin Kurti uitzicht op een winkelcentrum waar elegant geklede vrouwen boodschappen doen. Kurti heeft huisarrest. Beneden bewaken agenten zijn voordeur. Bij een demonstratie van Kurti’s beweging ‘Zelfbeschikking’ – die streeft naar onvoorwaardelijke onafhankelijkheid van Kosovo – werden in februari twee activisten doodgeschoten door Roemeense VN-politiemannen, die van dichtbij en gericht hadden geschoten met de verkeerde kogels; hun contingent werd haastig teruggeroepen. „Zelfbeschikking heeft het geweld uitgelokt”, was niettemin het officiële oordeel. Kurti werd opgepakt. Nergens in Europa is op zo’n klein gebied zoveel internationale supervisie, en toch vielen er twee doden bij een vreedzame mars van amper drieduizend jongeren. Maar niemand die iets van Kurti’s huisarrest zegt, de schending van zijn mensenrechten. „Mijn broer komt elke dag eten brengen”, zegt Kurti die met een zucht neerploft op de bank.


Generaalspet Over de brug in de gespleten stad Mitrovica dendert een tank. Ten noorden van de Ibar wonen de Serviërs, ten zuiden van de rivier wonen de Albanezen. Voor de deur van zijn eethuis staat een Albanese uitbater, wachtend op klandizie. Hij heeft een mantel om en een generaalspet op. Boven zijn dunne lippen prijkt een pikzwart, strak getrimd snorretje. „Heil Hitler!” roepen twee meiden die voorbij gaan. De uitbater brengt de Hitler-groet. Iedereen in Mitrovica kent ‘Hitler’. Hij dankt zijn bijnaam aan zijn meedogenloze optreden als UÇK-commandant tijdens de oorlog. Nu maakt hij in zijn restaurant zijn gelijkenis met Hitler te gelde. Als zijn mobieltje afgaat klinkt een toespraak die een geagiteerde Hitler ooit hield. Aan de wand hangen Duitse vlaggen. Het meisje in de bediening heeft hij uitgezocht op haar ‘Beierse uiterlijk’. In de namiddag stroomt het eethuis vol en rennen Hitler en het meisje heen en weer met glazen rakija en bier. Niemand die ooit aanstoot nam aan zijn verschijning? „Ben je gek”, zegt Hitler. „In de oorlog diende ik als bliksemafleider. De angst en de stress waren groot, en dan verscheen ik als Hitler en maakte de soldaten voor even aan het lachen. Acht jaar na de oorlog is er in Kosovo nog altijd weinig te lachen, dus gaan we er maar mee door.” Het moment waarop de waanzin gewoon wordt – het dient zich in mijn geval aan als ik mezelf hoor roepen: „Hitler, twee bier en een gebraden kip graag.” „Jawohl”, brult de uitbater, en even later zitten we gezellig samen te kluiven.

81 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page